wet-VBAR-echte-zzper

De wet VBAR: ben jij een échte zzp’er?

De Wet DBA bestaat al sinds 2016. Alleen sinds de invoering werd er alleen in uitzonderlijke gevallen gehandhaafd. Dit betekende dat zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers weinig risico liepen bij mogelijke schijnzelfstandigheid. Maar vanaf 1 januari 2025 komt hier verandering in en gaat de Belastingdienst streng controleren en handhaven.

Vanaf 2026: De Wet VBAR (vervanger huidige Wet DBA)

Naast de Wet DBA is er ook een nieuwe wet in de maak: de Wet VBAR (Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties). Het wetsvoorstel ligt nu bij de Raad van State en de planning is dat deze wet in 2026 wordt ingevoerd.

De Wet VBAR is bedoeld om nog duidelijker te maken wanneer iemand als zelfstandig ondernemer werkt en wanneer niet. Ook wordt in dit wetsvoorstel voor het eerst gesproken over een minimum uurtarief. Een uurtarief van €33 of lager kan straks wijzen op een verkapt dienstverband.

Als de Belastingdienst concludeert dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, heeft dit vooral directe gevolgen voor je opdrachtgever. Deze kan boetes en naheffingen krijgen en moet jou mogelijk een contract in loondienst aanbieden. Indirect heeft dit gevolgen voor jou als zzp’er. Deze en andere opdrachtgevers zullen eerder geneigd zijn om te stoppen met zzp-opdrachten en vaker kiezen voor loondienstverbanden.

Wat kun jij doen?

  1. Stel duidelijke contracten op. Zorg dat je samen met je opdrachtgever duidelijke contracten opstelt die jouw zelfstandigheid onderstrepen. Denk aan afspraken waarin staat dat je zelf bepaalt hoe en wanneer je werkt, en dat je eigen materialen en gereedschappen gebruikt. Je kunt hier door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten voor gebruiken. Deze bieden duidelijkheid en meer houvast voor zowel jou als je opdrachtgever.
  2. Diversifieer je klantenbestand. Werk je vooral voor één of twee opdrachtgevers? Dan is het tijd om dat te veranderen. Zoek actief naar meer klanten om te voorkomen dat je (financieel) afhankelijk bent van een paar spelers. Dit versterkt niet alleen je positie als zelfstandige, maar beschermt je ook tegen inkomensverlies als een opdrachtgever wegvalt.
  3. Vervangbaarheid. De opdrachtgever mag je niet verplichten om het werk persoonlijk uit te voeren. Je moet iemand anders kunnen inzetten om de klus te klaren.
    Bijvoorbeeld een interim-manager die de klus een dagje aan iemand anders toevertrouwt.
  4. Niet hetzelfde werk als werknemers. Je mag niet exact hetzelfde werk doen als de werknemers van je opdrachtgever. Zorg ervoor dat je specifieke taken uitvoert die de medewerkers van het bedrijf niet doen.

Wanneer je aan één of meerdere van bovenstaande criteria voldoet, heb je nog geen garantie dat de Belastingdienst je als echte zelfstandige beschouwt. Het geeft je een idee, maar het uiteindelijke oordeel is aan de Belastingdienst.

Andersom geldt hetzelfde: voldoe je niet aan één of meerdere van de criteria? Dan ben je niet per definitie schijnzelfstandige, maar het geeft wel een indicatie. Het is aan jou ervoor te zorgen dat jouw opdrachtgevers met vol vertrouwen kunnen zeggen dat ze een echte zelfstandig ondernemer samenwerken!

Auteur: Klaar Zegers
Gepubliceerd op: donderdag 3 oktober 2024

Trackback link

Nog geen reacties

Wees de eerste die reageert!